Betere leefomstandigheden voor de Grutto en haar pullen

12 november 2015

Betere leefomstandigheden voor de Grutto en haar pullen

Milieufederatie start gesprekken terreinbeheerders en de Agrarische collectieven.

MNH inventariseert voor het TBO (Terreinbeheerdersoverleg) in een aantal gesprekken hoe de terreinbeheerders bij het nieuwe stelsel agrarische natuurbeheer worden betrokken. Vanaf 2016 treedt dit nieuwe stelsel Agrarisch Natuurbeheer in werking. In het nieuwe stelsel worden de Agrarische Collectieven verantwoordelijk voor de uitvoering van het weidevogelbeheer. De Provincie is hierbij bevoegd gezag.

Verbeterde leefomstandigheden van de Grutto en haar pullen

Insteek van het nieuwe stelsel is dat er meer en beter wordt samengewerkt tussen de boeren onderling en dat de beheerpakketten die worden afgesloten beter aansluiten bij de leefomstandigheden van de Grutto en haar pullen. Dat hierbij ook wordt samengewerkt tussen natuurbeheerders en boeren is vanzelfsprekend omdat het voor de Grutto niet zo interessant is wie het terrein beheert. In sommige gebieden in onze provincie wordt heel goed samengewerkt tussen boswachters en boeren. De mate waarin wordt samengewerkt verschilt echter per gebied, per collectief en per TBO-organisatie.

Voor de provincie blijft het van belang dat het weidevogelbeheer integraal wordt ingestoken en dat er wordt samengewerkt.  Het initiatief om gesprekken te voeren, wordt dan ook door de provincie omarmd.

Een agrarisch collectief bestaat uit één of meerdere Agrarische natuurverenigingen. In Noord-Holland zijn 4 collectieven opgericht: 1. Texel, 2. Noord-Holland Noord (met de ANV’s Rotgans, Frisse Wind, ANV West-Friesland), 3. Noord-Holland Midden (met WLD), 4. Noord-Holland Zuid (met ANV’s Amstel en Vechtvallei.