Zitting op 2 december 2025 in PFAS-zaak tegen de Staat
Op 2 december 2025 behandelt de rechtbank Den Haag de rechtszaak waarin de Natuur en Milieufederaties Noord-Holland, Friesland, Zeeland en Zuid-Holland, samen met zeven andere belangenorganisaties, de Staat der Nederlanden aansprakelijk stellen voor het nalaten om burgers en milieu te beschermen tegen PFAS-vervuiling. Tijdens de zitting zullen onder meer de Milieufederaties en de Stichting Gezond Water vragen van de rechters beantwoorden. De organisaties hopen dat de rechtbank snel tot een oordeel komt dat de Staat verplicht tot stevigere maatregelen tegen PFAS.
De zaak vloeit voort uit een dagvaarding van 24 april 2024, opgesteld door Knoops’ advocaten namens de betrokken organisaties. Zij verwijten de Staat dat deze zijn zorgplicht heeft verzaakt door onvoldoende op te treden tegen de wijdverbreide PFAS-vervuiling in Nederland. Ondanks alarmerende wetenschappelijke bevindingen over de schadelijke effecten van deze ‘forever chemicals’ (stoffen die nauwelijks afbreken en zich opstapelen in milieu en mens) worden zij nog altijd geproduceerd, uitgestoten en toegepast in talloze producten.
Ook in Noord-Holland zijn PFAS in verhoogde concentraties aanwezig, bijvoorbeeld langs de kustlijn, waar het zich ophoopt in het zeeschuim en neerslaat in het duingebied. Niet voor niets adviseert de GGD eigenaren van duintuintjes in Egmond om hun eigen groenten ‘voor de zekerheid’ af te wisselen met groenten uit de winkel. Ook zijn PFAS aanwezig rondom (voormalige) brandweerlocaties, zoals in de bodem en het grondwater van het voormalige oefenterrein in Velsen-Zuid. Er zijn sterk verhoogde concentraties aangetroffen in de nabijheid van Schiphol en er zijn zelfs PFAS aangetroffen in het Noord-Hollandse zwemwater.
MNH wilde met deelname aan de dagvaarding de Staat aan te sporen haar burgers en land te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van PFAS. De achttien concrete eisen uit de dagvaarding beogen een eind aan deze situatie te maken. Nadat de Staat deze niet binnen de gestelde termijn had ingewilligd, is de procedure daadwerkelijk van start gegaan.
De Nederlandse Staat heeft verweer gevoerd, waarin zij kort gezegd heeft gesteld dat de Staat al veel doet om het PFAS-probleem te beteugelen. Hier is door de milieufederaties tegenin gebracht, dat de Staat veel eerder had kunnen en moeten handelen, op basis van signalen van belangenorganisaties. Ook het RIVM concludeerde al in 2017 dat er eerder had moeten zijn ingegrepen.