Bomen als maatregel voor klimaatadaptatie

20 juni 2019

Bomen als maatregel voor klimaatadaptatie

Door klimaatverandering ervaren we in de toekomst steeds vaker overlast, zoals overstromingen tijdens hevige regenbuien, uitdroging van de bodem bij langdurige droogte en hittestress door een stijgende temperatuur. Het is van belang dat gebieden worden aangepast aan deze gevolgen van klimaatverandering om het risico op overlast te verminderen. Het klimaatbestendig maken van gebieden heet ook wel klimaatadaptatie

Stad en landbouw

Bomen kunnen zowel in de stad als in de landbouw een grote rol spelen bij klimaatadaptatie en zijn daarom belangrijk in het toekomstbestendig maken van gebieden. In steden zorgen bomen bijvoorbeeld voor verlaging van het hitte-eilandeffect dankzij hun verkoelende werking. Daarnaast verlagen bomen het risico op overstroming. Ze zorgen er namelijk voor dat regenwater gemakkelijker door de bodem wordt verwerkt. Bovendien houden ze regenwater vast in de kroon en op de stam, waarvan een deel direct verdampt en een deel vertraagd wordt afgevoerd. Ook voor de landbouw hebben bomen een grote klimaatadaptieve waarde. De biodiversiteit neemt toe en de veerkracht van het ecosysteem wordt versterkt

Onderzoek naar klimaatadaptatie in Badhoevedorp

In opdracht van MNH heeft stagiaire Susan van Wijk een rapport geschreven over de klimaatadaptatie met behulp van bomen. Binnen dit rapport is de volgende onderzoeksvraag uitgewerkt: Hoe kunnen bomen bijdragen aan het klimaatbestendig maken van Badhoevedorp en het Westelijk Tuinbouwgebied?

Als uitkomst van het rapport worden de volgende conclusies getrokken:

Badhoevedorp bestaat voornamelijk uit kleigrond en het landschap wordt bepaald door het stedelijk gebied, waardoor openheid van het landschap hier niet wordt gehandhaafd. Enkele boomsoorten die een grote rol kunnen spelen in het klimaatbestendig maken van Badhoevedorp zijn de eik en de amur kurkboom.

Het Westelijk Tuinbouwgebied bestaat uit dikke eerdgrond, de grondwaterstand behoort tot het Rijnlandse boezem (’s zomers gemiddeld 0,61 meter en ’s winters 0,64 meter onder NAP) en het landschap is open met zichtlijnen. In verband met het landschap werden voor het Westelijk Tuinbouwgebied inheemse boomsoorten gekozen. Daar kunnen bijvoorbeeld wilg en wilde liguster worden toegepast.

In Badhoevedorp is het behouden en plaatsen van bomen een financiële kwestie; er vindt hier veel bebouwing plaats om het omleggen van de A9 te financieren. Hierdoor blijft er steeds minder ruimte over voor bomen en andere natuur. In het Westelijk Tuinbouwgebied wordt veel waarde gehecht aan het open landschap, waarin bomen doorgaans ongewenst zijn.

Voor beide projectlocaties geldt dat een toekomstbestendige afweging gemaakt moet worden, waarin de waarde van bomen wordt meegenomen.

Het volledige rapport kun je hier downloaden.