81 procent van akkerbouwers in Wieringermeer wil meer doen aan natuurinclusieve landbouw

24 januari 2019

81 procent van akkerbouwers in Wieringermeer wil meer doen aan natuurinclusieve landbouw

Het afgelopen halfjaar heeft stagiair Jochem Noordermeer van de Natuur en Milieufederatie Noord-Holland onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om natuurinclusieve landbouw (NIL) in de Wieringermeerpolder te implementeren. Dit is een duurzame vorm van landbouw die rekening houdt met de natuur door deze zo optimaal mogelijk in te zetten en te benutten. Dit onderzoek is verricht naar aanleiding van het project Living Lab Natuurinclusieve Landbouw, een samenwerkingsverband tussen agrariërs, LTO en andere agrarische natuurorganisaties in Noord-Holland om natuurinclusieve landbouw onder de agrariërs verder te stimuleren.

Onderzoek

Aan de hand van interviews bij 21 akkerbouwers in de Wieringermeerpolder is nagegaan welke natuurinclusieve maatregelen door hen al worden toegepast en of zij obstakels ervaren om deze vorm van landbouw te (blijven) hanteren. Van de ondervraagden past 90 procent één of meer NIL-maatregelen toe, zoals een geoptimaliseerd spuitmanagement, het gebruik van organische meststoffen, het aanleggen van bloemstroken, zoveel mogelijk groenbemesters, de zogenoemde niet-kerende grondbewerking en het ophangen van vogelnestkasten. De vraag is of dit nog beter kan, omdat 81 procent van de ondervraagden aangeeft meer aan NIL te willen doen. Helaas ervaren de ondervraagde akkerbouwers obstakels. Het merendeel (bij elkaar opgeteld 85 procent) ondervindt dat er geen goed verdienmodel voor natuurinclusieve landbouw is. Dit komt ofwel doordat zij vinden dat de afnemers een te lage prijs betalen (33 procent) ofwel door torenhoge grondprijzen, waardoor ze zich gedwongen voelen om intensief te gaan telen (52 procent). Door middel van subsidies op NIL-maatregelen, zoals bij bloemstroken, wordt dit obstakel opgeruimd.

Wens naar aanpassingen in beleid

Bijna de helft van de ondervraagden ondervindt dat de NIL-maatregelen niet in hun efficiënte bedrijfsvoering passen; de werkbaarheid is onvoldoende. Ook vindt 57 procent dat het beleid moet worden aangepast om NIL te stimuleren, zoals het mestbeleid voor kringlooplandbouw en sommige subsidieregelingen. Tot slot ondervindt 52 procent van de ondervraagden een tekort aan praktisch hulp en kennis over NIL-maatregelen en 48 procent ervaart een tekort aan waardering van de consument.

Aanbevelingen

Om het tekort aan praktische kennis en hulp, weinig waardering en onvoldoende werkbaarheid (deels) op te lossen zijn er op basis van het onderzoek aanbevelingen gedaan. Een van de adviezen is om studiegroepen voor akkerbouwers te organiseren. Om de onvoldoende werkbaarheid weg te nemen wordt aan externe deskundigen gevraagd om vogelnestkasten bij akkerbouwers op te hangen en te onderhouden. Ook zal de communicatie tussen de consument en de akkerbouwers bevorderd moeten worden. Natuur en Milieufederatie Noord-Holland is gestart met het organiseren van boerendiners om de kloof tussen de boer en de consument te verkleinen. Op deze manier kan de boer het verhaal achter zijn product naar buiten brengen en ervaart de consument van dichtbij hoe het leven op een boerderij eraan toe gaat. Bovendien zien zij welke obstakels de agrariër ondervindt om de natuurinclusieve producten lokaal aan de man te brengen. Deze boerendiners zijn een groot succes geweest en wij zullen in 2019 verdere stappen ondernemen om de consument en de boeren nader tot elkaar te brengen.