“Jongeren vinden de energietransitie heel vanzelfsprekend”

“Jongeren vinden de energietransitie heel vanzelfsprekend”

Minella Haazelager en Tim de Vrijer, projectmedewerkers bij de Natuur- en Milieufederatie Noord-Holland, zijn vanaf het eerste begin betrokken bij de Coalitie Duurzame Energie. “Het begon met het idee om de goede voorbeelden uit de regio zichtbaar te maken”, vertelt Haazelager. “Toen hebben we gekeken hoe we dat verder konden uitbouwen. Zo is de Coalitie ontstaan.” Haazelager en De Vrijer vertegenwoordigen in de Coalitie niet alleen de natuurorganisaties in de regio, maar ook de stem van de jongeren.

Haazelager en De Vrijer hebben niet alleen grote interesse in het onderwerp duurzaamheid, maar ook allebei een master in die richting afgerond. De Vrijer studeerde Industrial Ecology in Leiden en Delft en Haazelager studeerde Bos- en Natuurbeheer in Wageningen en deed een master Klimaatstudies. Nu werken ze allebei bij MNH ‘op de RES’. “Ik moest eerst googelen wat dat is”, erkent Haazelager. “Mijn master was internationaal gericht. Maar ik ben tot de conclusie gekomen dat ik het interessanter vind om in de eigen omgeving bezig te zijn met de energietransitie.”

Drempels en voorstellen

Haazelager is betrokken geweest bij de oprichting van de Coalitie Duurzame Energie. “Een paar mensen uit de RES-stuurgroep XXL vatten het plan op een positief geluid te laten horen naar bewoners, bestuurders en ambtenaren. Vervolgens hebben we andere organisaties gevraagd zich aan te sluiten. We wilden graag weten waar die partijen mee bezig zijn en inzichtelijk maken wat hun hulpvragen zijn, zodat we dat kunnen communiceren aan de bestuurders.”

Tim de Vrijer
 

De Vrijer: “We hebben met de Coalitie een document opgeleverd met drempels en voorstellen van de coalitieleden. Wat bijvoorbeeld naar voren kwam, is het gebrek aan personeel dat voor de energietransitie is opgeleid. En dus ook het gebrek aan docenten die vanuit de praktijk het onderwerp kunnen belichten. Bij de woningcorporaties bleek dat er in potentie veel meer zon op dak kan worden geplaatst, maar dat wet- en regelgeving in de weg staan. En dat de corporaties te weinig financiering krijgen om de verduurzaming van hun woningbezit uit te voeren. Ieder heeft zo zijn eigen vragen en ambities.”

“Het mooie is dat we met de Coalitie in positie zijn gebracht om mee te praten over deze thema’s”, aldus Haazelager. “We hebben een agenderende rol in de stuurgroep. Het is daarom goed dat we de krachten bundelen, samen staan we sterk.”

Ander geluid

Wat Haazelager en De Vrijer – 25 en 32 jaar oud – daarbij belangrijk vinden is het betrekken van jongeren. “Ik heb recent deelgenomen aan de RES Jongerentafels”, vertelt Haazelager. “Dat was heel leuk om te doen. Het was een ander geluid dan ik gewend ben. Bij de lokale ateliers heb ik vooral mensen gehoord die bezig zijn met eigen omgeving en horizonvervuiling. De jongeren begonnen meteen over het maatschappelijke belang van de energietransitie en dat dat andere belangen overstijgt. Jongeren vinden de energietransitie veel vanzelfsprekender dan oudere mensen.”

De Vrijer begrijpt wel wat daarvan de achtergrond kan zijn. “Wij zijn opgeroeid met windturbines en zonnepanelen. De oudere generatie heeft natuurgebieden zien krimpen en veel zien veranderen in het landschap. Dat hoor ik ook bij de oudere achterban. Die halen dingen van vroeger erbij en zeggen: Dit is al verdwenen en die belofte is niet nagekomen. Ze zijn kritischer en hebben minder vertrouwen in een goede einduitkomst. Jongeren vinden windturbines er gewoon bij horen. Ze hechten minder waarde aan het cultuurhistorische aspect van het landschap.”

“Soms denken jongeren er ook wel erg makkelijk over”, aldus Haazelager. “Ik kan me wel verplaatsen in mensen die windturbines in natuurgebieden lastig vinden. Ze maken zich terecht zorgen om de biodiversiteit. Het is een uitdaging om natuurbescherming en duurzame energie te combineren, zeker op de schaal waarop duurzame opwek nodig is. We staan in het midden van die twee belangen, het blijft zoeken.”

Niet per se snel of langzaam 

Intussen worden de gevolgen van de klimaatverandering steeds meer merkbaar. Haazelager en De Vrijer zouden dan ook graag zien dat de energietransitie echt een publiek thema wordt. Haazelager: “Toen ik net als projectmedewerker RES begon, viel het me op dat niemand ermee bezig was. Nu de zoekgebieden op de kaart staan, beginnen media het pas op te pakken. Nu gaat het erom de betrokkenheid verder te organiseren. We moeten het debat groter maken, van de energietransitie een onderwerp maken waar iedereen mee bezig is. Als er één element is dat uitvergroot mag worden in de RES dan is het die maatschappelijke betrokkenheid.”

Over de snelheid van het RES-proces zijn De Vrijer en Haazelager positief. “Het RES-proces gaat snel, de energietransitie gaat per definitie langzaam”, zegt De Vrijer. “Dat is onoverkomelijk, het is een gigantische operatie. Wel is het goed het proces te blijven aanjagen. En we moeten verder kijken dan energieopwek en ook energiebesparende doelen meenemen, mobiliteit aanpakken, luchtvaart en industrie onder de loep nemen enzovoorts. Dat gebeurt nu aan andere klimaattafels. De RES is afgebakend om heel veel goede redenen, maar ik zou het wel interessant vinden om meer sectoroverstijgend bezig te zijn.”

Ook Haazelager vindt het RES-proces niet per se langzaam gaan. “We hebben twee jaar om heel goed over na te denken over de grootste opgave van deze generatie. Dat is op zich niet te lang. Maar het was mooi geweest als we het tien jaar eerder hadden opgestart.”