Bijna dertig jaar MNH in een top drie, Rolf van Arendonk

14 december 2016

Bijna dertig jaar MNH in een top drie, Rolf van Arendonk

_U1A8677_linkedin Rolf ArendonkNa 28 jaar bij de Milieufederatie gewerkt te hebben vertrek ik, helaas net als een aantal collega’s, per 1 maart 2017. Ik ben dankbaar dat ik hier heb mogen werken en kijk met veel plezier terug op de tijd dat ik hier werkzaam was. Nu het afscheid dichterbij komt, heb ik mij afgevraagd wat in die afgelopen 28 jaren is bereikt en aan welke onderwerpen en activiteiten ik met plezier terugdenk. Ik heb, met moeite, mijn eigen top drie samengesteld: Terugdringing luchtverontreiniging, Verduurzaming bedrijfsleven en Juridische procedures.

Ik ben begonnen bij de Milieufederatie in een tijd dat het milieu zogezegd nog op de kaart en op de politieke agenda moest worden gezet. In een tijd dat voorzichtig begonnen werd met het gescheiden inzamelen van afval of dat nagedacht werd over een eerste provinciaal milieubeleidsplan. Veel bedrijven hadden nog nauwelijks aandacht voor het milieu. De luchtvaart was nog steeds de wereld van Peter Stuyvesant (veel glamour en voor de happy few). Opkomen voor natuur en milieu moest vaak met juridische procedures bevochten worden. De Milieufederatie werd toen nog door milieugedeputeerden gezien als het ”milieugeweten van de provincie ” en aan onze rol werd veel waarde gehecht. Het was ook een leuke en hectische tijd om in te werken.

Maar de tijd schrijdt voort en de maatschappij verandert. Subsidies zijn tegenwoordig minder vanzelfsprekend en het marktdenken doet steeds meer haar intrede. Zo ook verdween de boekjaarsubsidie van de provincie Noord-Holland voor de Milieufederatie. We hebben de afgelopen jaren nog getracht om voldoende betaalde opdrachten binnen te halen. Maar dat is ons tot op heden onvoldoende gelukt met als gevolg dat een aantal medewerkers noodgedwongen de milieufederatie gaan verlaten.

Naarmate het afscheid dichterbij komt, ga je jezelf ook afvragen wat je de afgelopen 28 jaren zoal hebt bereikt en aan welke onderwerpen/activiteiten je met plezier terugkijkt. Hoewel ik aan een veelheid van onderwerpen heb gewerkt, volgt hieronder een korte selectie, mijn eigen top 3. Er moet nog wel opgemerkt worden dat ik daaraan niet alleen heb gewerkt, maar veelal met leuke collega’s, gedreven aangesloten organisaties en soms ook met enthousiaste bedrijven.

  1. Terugdringing luchtverontreiniging.
    Veel tijd heb ik besteed om te bewerkstelligen dat de  lucht in Noord-Holland schoner werd. Schone lucht is zowel belangrijk voor de gezondheid van de mens als voor een gezonde natuur. Nog steeds wordt er veel schade aangericht vanwege de slechte luchtkwaliteit. Met name in de IJmond met o.a. Tata Steel ( het vroegere Hoogovens) en nog wat breder in het Noordzeekanaalgebied heb ik me hier hard voor gemaakt. In de IJmond hebben wij (samen met lokale bewoners) weten te bewerkstelligen – middels een juridische procedure – dat Tata Steel een extra milieumaatregel in de vorm van een doekfilter heeft moeten nemen. Door dit doekfilter bij de Sinterfabriek (kosten 100 miljoen) is de uitstoot van fijn stof, zware metalen, dioxines bij de Sinterfabriek met 80-90% teruggedrongen. Dit is ook nationaal gezien een zeer grote emissiereductie.  Maar ook bij de lokale en provinciale politiek hebben wij voortdurend aandacht gevraagd voor het nemen van maatregelen zodat de lucht schoner en gezonder werd. Deze zijn veelal ook genomen. En hoewel de lucht nog steeds niet gezond is (WHO- en kritische depositie advieswaarden worden nog steeds overschreden) is de lucht in de IJmond en in het Noordzeekanaalgebied in vergelijking met 25 jaar geleden wel een stuk schoner geworden. Ik heb hier voor een deeltje aan bijgedragen.
  2. Verduurzaming bedrijfsleven.
    Met veel plezier kijk ik ook terug op de projecten die ik gedaan heb met een aantal Noord-Hollandse bedrijven om hun eigen bedrijfsvoering verder te verduurzamen. Zo heb ik samen met een paprikateler op Agriport (groot kassengebied in Wieringermeer) een klimaatneutrale paprika op de markt gebracht en hebben we samen met het bedrijf nagedacht hoe je de CO2 – uitstoot van dit kassengebied nog verder zou kunnen terugdringen. O.a bespraken we toen de inzet van geothermie en het koppelen van datacentra aan kassen (de kassen leveren energie aan een datacentrum en de datacentra leveren warmte aan de kassen). Momenteel worden beide plannen uitgevoerd. Ook heb ik samen met een bedrijf gewerkt om een cradle to cradle product op de markt te brengen en heb ik met de Huisvuilcentrale te Alkmaar de mogelijkheden onderzocht om de logistiek van het bedrijf verder te verduurzamen.  De maatregelen zijn  ook getroffen. Ook met Tata Steel hebben wij, behoudens de beginperiode, altijd goede contacten en goede inhoudelijke discussies gehad. Veel van onze wensen die wij in die gesprekken naar voren brachten, worden nu na 5 of 10 jaar door Tata Steel opgepakt en uitgewerkt (restwarmtebenutting, opwekken van duurzame energie, schoner produceren, stofmonitoring). Ook zijn veel bedrijven transparanter en opener naar hun omgeving geworden en is het contact met bewoners/lokale milieugroepen een stuk beter geworden.
  3. Het voeren van juridische procedures.
    Hoewel als uiterste “stok achter de deur” denk ik dat de inzet van het juridisch instrumentarium, ook in de huidige tijd, nog altijd noodzakelijk is (denk aan Urgenda klimaatzaak). De Milieufederatie heeft hier altijd veel aandacht voor gehad. Vooral in mijn beginperiode heb ik met andere milieu/bewonersorganisaties (en natuurlijk in veel gevallen ook met onze advocaat) veel werk gemaakt van juridische procedures en in sommige gevallen is daar ook belangrijke jurisprudentie uit voortgekomen. Genoemd kunnen worden het “Nieuwe Meer arrest”, waarin bepaald werd dat milieuorganisaties voor een milieubelang mogen opkomen bij de burgerrechter. Nog steeds staat deze belangrijke uitspraak in de leerboeken milieurecht. Ook de juridische procedures tegen het afvalbedrijf Rutte (bij Halfweg) staan mij bij. Dit bedrijf overtrad stelselmatig (bewust) de milieuvergunning met als gevolg ernstige stankoverlast in de omgeving. Uiteindelijk heeft het bedrijf vanwege het regelmatig overtreden van de milieuvergunning ons en een lokale milieugroep 250.000 gulden aan dwangsom moeten betalen. Dit was het eerste bedrijf in Nederland, bij mijn weten, dat milieuorganisaties een dwangsom heeft moeten betalen. Later kwamen in Nederland meer van dit soort zaken. Ook de vele juridische procedures in de jaren 90 tegen Schiphol en de Staat der Nederlanden vanwege het zich niet houden aan de afspraken over het aantal nachtvluchten (ook toen al) staan mij bij. Uiteindelijk heeft de Tweede Kamer de Minister opgedragen te gaan handhaven bij Schiphol. Deze zaken spelen tegenwoordig ook weer rondom Schiphol. En tot slot hebben wij altijd kritisch naar de milieuvergunningen van de grote bedrijven gekeken en in het uiterste geval zijn we hiermee doorgegaan tot aan de Raad van State. Veelal met succes (doekfilter bij Tata Steel).

Het milieu is mede door de inzet van het particulier initiatief en onze inzet ook in deze provincie een stuk(je) beter geworden. De lucht, water en bodem zijn schoner geworden. Ook het bedrijfsleven is druk bezig met het milieu. Maar er blijven desondanks nog steeds genoeg milieu-onderwerpen in Noord-Holland over om voor te strijden. Denk bijvoorbeeld aan het terugdringen van de CO2-uitstoot, het opwekken van meer duurzame energie; de achteruitgang van de natuur, schonere lucht en de Schipholproblematiek. Er is dus nog genoeg werk aan de winkel! Ook voor mij (Ik ben beschikbaar)!

Ik wens de Natuur en Milieufederatie en haar netwerk de komende jaren hierbij heel veel succes toe!

Rolf van Arendonk, december 2016